Filosoferen met kinderen
Jonge kinderen zitten vol vragen. Anders dan veel volwassenen schromen ze niet om deze vragen te stellen. Soms willen ze zóveel weten dat je er als leerkracht horendol van wordt. Wat zou er gebeuren als jij het talent van de vragenstellers eens bewust zou inzetten? Wanneer ieder antwoord op een vraag weer een nieuwe vraag oproept? En dat dat dan oké is? Juist, dan ben je aan het filosoferen!




Kan niet bestaat niet
Filosofiejuf, dat is de naam waaronder we de schrijfster van dit praktische boek ook wel kennen. Voor wie filosoferen met jonge kinderen nieuw en misschien ook wel spannend is, vormt dit boek een fantastische uitkomst. Het geeft je de tools en daarmee het zelfvertrouwen om een filosofisch gesprek in je groep te starten. Kan niet bestaat niet is geen prentenboek pur sang. Het is een verzameling verhalen en gedichten rondom verschillende thema’s.
Na ieder verhaal zijn praattips opgenomen, met aanwijzingen voor de voorbereiding, graafvragen en doe-opdrachten. Aan de hand hiervan kun je een uitgebreide les geven en groeien in deze andere vorm van gesprekken voeren met kinderen. De thema’s zijn aansprekend en variëren van angst, licht en donker en tafelmanieren tot liefde en de baas zijn.
De verhalen zelf zijn net zo aansprekend. De kinderen zullen zich bijvoorbeeld prima kunnen identificeren met een koning die boos wordt op de juf als ook hij eerst zijn vinger op moet steken voordat hij begint met praten.


Ada Dapper, wetenschapper
Nieuwsgierige Ada brengt haar ouders tot wanhoop. Ze is al drie jaar oud, maar praat nog steeds niet. Wat ze wel doet, is observeren en op onderzoek uitgaan. De hele dag struint ze door het huis met een sliert aan spullen achter zich aan. Als ze op een dag op haar kop krijgt, omdat ze op de hoge staande klok is geklommen, komt dan toch eindelijk haar eerste woordje: ‘Waarom?’ Het blijkt haar eerste vraag van vele te zijn. Werkelijk alles wordt bevraagd: hoe een neus weet dat er iets is wat ruikt, waarom rozen van die puntige pinnen hebben en welke geluiden lijsters tot zingen brengen. Haar ouders proberen haar bij te benen, maar op het moment dat ze de kat in de wasmachine wil doen, grijpen ze in. Ada moet voor straf op de denkstoel in de hal zitten. Als haar ouders na een tijdje naar de gang komen om te kijken hoe het met Ada gaat, stappen ze binnen in de Hal van Gedachten. Alles wat er in Ada omgaat, heeft ze op de muren geschreven. Haar ouders zuchten, maar accepteren ook dat Ada een echt onderzoeksmeisje is met onderzoeksvragen. Ze wil gewoon graag weten hoe alles is bedacht!
Dit aansprekend geïllustreerde prentenboek op rijm zal volop aanknopingspunten geven om verder te praten over de vragen waar Ada mee worstelt.


De veer
Wie ben ik? En bij wie hoor ik eigenlijk? Niet de gemakkelijkste vragen om te stellen of te beantwoorden. In dit filosofische boek dwarrelt een eenzame veer tussen de wolken, gedragen door de wind. Wist hij nou maar bij welke vogel hij hoorde, dan zou hij altijd zo hoog kunnen zweven! Hij gaat op zoek naar de vogel bij wie hij hoort. Maar alle vogels zijn veel te druk met eten zoeken en geven de veer een ‘nee’. Dan neemt de veldleeuwerik de veer in zijn snavel en samen zweven ze hoog door de lucht. De veer geniet! Hij dwarrelt neer bij een adelaar. Helaas ziet de adelaar ook een lekker hapje: de veldleeuwerik. De veer wenst uit alle macht dat hij weer door de wind wordt opgepikt, weg bij de adelaar. Wanneer de veer weer neerdwarrelt, is hij verdrietig en teneergeslagen. Dagen ligt hij in het gras. Dan komt er een kip met haar kuikentjes aangescharreld. Ze zijn vrolijk, zorgeloos en gelukkig. De veer wil vragen of hij misschien bij haar hoort, maar hij heeft de moed opgegeven. Echter, als de kip haar vleugels spreidt, lijkt ze een veer te missen.
Hoewel het boek goed eindigt, is het geen vrolijk verhaal. Zowel de tekst als de illustraties drukken een gevoel van melancholie uit. Een mooie aanleiding voor een lesje positieve psychologie: hoe kan de veer zich beter en gelukkiger voelen?


Helemaal aan de rand van mij, ben jij
Sommige prentenboeken vallen écht op door een bijzondere vormgeving. Dit is er zo een. De illustraties zijn kunstzinnig, sommige woorden springen eruit, omdat ze zijn omkaderd en de leesrichting van de pagina’s wisselt steeds. Maar ook tekstueel is dit boek een pareltje. Zo staat het bol van nieuwe woorden, zoals schapenwolkenwonderen, versteenkorrelen en verveelpozen. Deze zullen zeker tot de verbeelding spreken van de kinderen.
In het verhaal reist een grote blauwe beer naar de rand van alles. Het begint dichtbij, bij de rand van het bed, maar gedurende het verhaal gaat het om steeds abstractere randen. Zo gaat de beer op zoek naar de rand van verveling, van boeken, van tranen, van mij en uiteindelijk de rand van het onbekende. De beer vindt dat onbekende best heel spannend en nieuw. Met het idee dat morgen alles kunt verzinnen, durft hij echter ook deze rand over te gaan. Een mooie boodschap in een prachtig boek, dat ook voor iets oudere kinderen aansprekend is.
- Beaty, A. & Roberts, D. (2018). Ada Dapper, wetenschapper. Amsterdam: Nieuwezijds.
- Ham, F. van der (2015). Kan niet bestaat niet. Groningen: Alles is rond.
- Lestrade, A. de & Docampo, V. (2017). Helemaal aan de rand van mij, ben jij. Wielsbeke, BE: De Eenhoorn.
- Wenxuan, C. & Mello, R. (2016). De veer. Amsterdam: Clavis.