Hoe begrijp je elkaar?
Communicatie is alles – vinden communicatiedeskundigen. Ik ben geneigd om te zeggen: nou, het gaat om de inhoud. Toch doet de verpakking ertoe. Woede, verontwaardiging, gekrenktheid, zijn vaak een reactie op de toon en de woordkeus van de boodschapper.


Zelf raak ik geïrriteerd door ultrakorte, aanhefloze mailtjes – zó bot –, maar ook door ellenlange, omzichtige mails die veel van mijn tijd slurpen. Bij beide mis ik dan de boodschap.
Een tactvolle communicator is goud waard. Begrip scoort. Dat bleek onlangs in de stikstofcrisis, waaraan een oude rot uit de politiek, Johan Remkes, werd ingehuurd om een bittere strijd tussen boze boeren en het kabinet te sussen. Dat lukte wonderwel.
Als een wijze schoolmeester deelde Remkes aan beide partijen een corrigerend tikje uit. Hij verweet de beleidmakers een gebrek aan empathie en tact, wat de boeren gunstig stemde. En nu voortaan beter naar elkaar luisteren kinderen! Verplaats je in elkaar en houd het gezamenlijk doel in de gaten. Iedereen knikte geïmponeerd. De woede en irritatie aan beide kanten koelden af. Terwijl er aan het beleid nauwelijks iets zal veranderen.
Zo gaat het op het werk niet altijd. Zeg eens eerlijk: wie durft er directe kritiek te geven op collega’s? Wie heeft géén hypergevoelige collega bij wie het op eieren lopen is? Wie kent niet het geklaag over de leiding, of over het personeel, het eeuwige geroddel en gestook? Wie doet niet, echt nooit, mee aan pesterijen of kongsi’s? Iedereen kan de tips uit het openingsartikel (p. 6) van deze HJK vast goed gebruiken.
Op scholen is de communicatie nog ingewikkelder, omdat er een derde partij is: de ouders. Van veel leerkrachten, vooral beginnende, hoor ik dat zij de communicatie met ouders het moeilijkst vinden aan hun werk. Ze ervaren dat hun kritiek wordt misverstaan, hun gezag wordt ondermijnd, hun deskundigheid wordt betwijfeld. Ouders vinden dat hun kind, of zijzelf, onterechte kritiek krijgen, dat de leerkracht hun heel kind niet begrijpt, of niet weet wat het nodig heeft. Die kritiek maakt hen machteloos.
Het klinkt soft, maar empathie is ook hier het toverwoord. Nooit vergeet ik de leerkracht die ooit tegen mij zei: ‘Pas nu ik zelf kinderen heb, begrijp ik waarin ouders zo lastig zijn! Ik ben het nu ook. Het is liefde, hè? Kritiek op je allerliefste, dat is niet te doen.’
Probeer je in elkaar te verplaatsen. Hoe kwetsend is het als iemand het meest dierbare in je leven, jouw kind, wegzet als druk, slecht aanspreekbaar, traag of weinig coöperatief. Ook al herken je er iets in, je zult je kind als een tijger verdedigen bij zulke aantijgingen. Maar, ouders, verplaatst je eens in de leerkracht. Het is zijn of haar wérk. Hoe zou jij het vinden als je professionaliteit voortdurend in twijfel wordt getrokken? Als je iedere beslissing uitvoerig moet verantwoorden? Als één zakenrelatie telkens een groot deel van je tijd en energie opeist?
Wie even nadenkt, begrijpt in veel conflicten beide partijen. Handig. Het proberen waard. Maar ja, we zijn geen heiligen. En niet allemaal een Johan Remkes.