Interview met Jason Fredrick van Eunen
Nieuwsgierigheid is het vertrekpunt voor leren met plezier
In de lente van 2025 gingen de bezoekers van het jaarlijkse HJK-congres vol energie en inspiratie weer naar huis. Dat was niet alleen te danken aan de vele inspirerende lezingen en workshops, maar zeker ook aan de knallende afsluiter van Jason Fredrick van Eunen. Zijn pleidooi voor nieuwsgierigheid en verwondering in het klaslokaal maakt nieuwsgierig naar meer van zijn inzichten.

Jouw achtergrond maakt nieuwsgierig: hoe wordt een student Creative Technology (Universiteit van Twente) ontwikkelaar van lesmateriaal, gastdocent en spreker op het gebied van Nieuwsgierig Denken?
‘Tijdens mijn studie merkte ik dat ik maken en technisch ontwerpen weliswaar leuk vond, maar het was nog boeiender om te zien hoe mijn studiegenoten de uitdaging van ontwerp en uitvoering aangingen. Hoe ontstonden bij hen nieuwe ideeën, hoe gingen ze met problemen om, hoe bleven ze zichzelf uitdagen? Dat hele creatieve proces vond ik fascinerend en zo ben ik me steeds meer gaan verdiepen in de psychologische kant van het maakproces. Het bleek dat nieuwsgierigheid een cruciale rol speelde. Ik las, onderzocht en leerde meer en begon nieuwsgierigheid steeds meer te zien als de sleutel die het leerproces opende. Dat inzicht draag ik nu graag uit met Nieuwsgierig Denken: gastlessen en verdieping voor professionals om onze allermooiste eigenschap meer onder de aandacht te brengen.’
Kom maar op… waarom is nieuwsgierigheid zo belangrijk?
‘Omdat het het vertrekpunt is voor leren met plezier. Vanuit nieuwsgierigheid komen we in beweging: soms letterlijk als we een onbekend straatje in lopen, maar ook vaak figuurlijk als we ontdekken dat we iets niet weten en ons gaan verrijken met nieuwe kennis, gedachten en perspectieven. Je ziet het meteen als het gebeurt. Bijvoorbeeld als een leerling iets van dichtbij gaat bekijken of de blik in de ogen verandert. Je kunt het ook met hersenonderzoek aantonen. Dan blijkt, eenvoudig uitgelegd, dat er noradrenaline en dopamine vrijkomt in het brein en dat daardoor je aandacht groter wordt en je moeite gaat doen om te leren. Als ik iets in de klas onder een doek verstop, staan kinderen meteen te trappelen om te weten wat dat is. De motivatie om te leren is gewekt. Als de nieuwsgierigheid nog verder wordt geprikkeld door hints van de juf of meester of door tipjes van de sluier op te lichten, dan is het leerproces van de kinderen in volle gang.’
Is er te weinig ruimte voor nieuwsgierigheid voor het jonge kind?
‘Er zijn er allerlei verschillen tussen scholen, onderwijsvormen en natuurlijk is ieder kind anders. Over het algemeen echter denk ik dat we te veel zijn gefocust op het eindresultaat, het móeten leren en we te weinig aandacht hebben voor nieuwsgierigheid als superkracht, die het leerproces verrijkt op weg naar het leerdoel. Als je die kracht echt op waarde schat in groep 1 en 2, hoef je de nieuwsgierigheid de jaren erna alleen maar te blijven voeden.’
Is het niet juist die diversiteit van leerlingen die het lastig maakt om ieders nieuwsgierigheid te prikkelen?
‘Als je een kind een paar dagen per week ziet dan kun je in een jaar tijd een heel goed beeld krijgen van het nieuwsgierigheidsprofiel. Als juf of meester in de eerste groepen heb je een kind zelfs vaak twee tot drie jaar in de klas.’
Nieuwsgierigheidsprofiel?
Iedereen heeft een nieuwsgierige Ik, maar die wordt bij iedereen anders opgewekt en komt ook verschillend tot uiting. Door verschillende werkvormen te observeren en thema’s te introduceren in de klas kom je er al snel achter hoe dat werkt voor een kind.
Je kunt heel algemeen beginnen met bijvoorbeeld een mysterieus plaatje op het digibord, passend bij het thema dat speelt in de klas. Sommige kinderen lopen meteen naar het bord om het beter te bekijken. De bedachtzame nieuwsgierigen blijven op hun plek zitten en fantaseren in hun hoofd. Dat is prima: beiden soorten nieuwsgierigen staan ‘aan’ en zijn klaar voor een ontdekkingstocht. Dan is de vraag: ontdekt het kind het liefst door te kijken, luisteren, praten of vooral door doen?
Een leerkracht kan de klas individueel of in groepjes opdelen naar leervoorkeur, maar kan daar ook mee spelen. Moét er zelfs mee spelen en de leerling uitdagen. Iemand die graag alleen speelt toch samen laten werken of juist andersom. Of om het kind dat nieuw al gauw ‘een beetje spannend’ vindt, toch uit te dagen om voorzichtig te voelen wat er onder dat doek ligt. Door die uitdaging komt een kind niet alleen in beweging en dus tot verdieping, maar ook tot een brede ontwikkeling en verkenning van zijn of haar talent. Natuurlijk allemaal onder voorwaarde van een veilige omgeving, waarin het kind vragen mag stellen, mag experimenteren, ‘fouten’ mag maken en zichzelf mag zijn.’
Iedereen heeft een andere nieuwsgierige Ik, die moet je zien te prikkelen
De jonge onderwijsdenker die het boekje 101 ideeën voor nieuwsgierige momentjes in het klaslokaal heeft geschreven, raakt op stoom en haalt meer voorbeelden aan. ‘Maak de dag een beetje spannend, voeg wat mysterie toe, verras en breng in verwarring: leerkrachten kunnen allerlei technieken inzetten om de nieuwsgierigheid te prikkelen. Neem bijvoorbeeld dagritmekaartjes. Die werken super om duidelijkheid en structuur aan te brengen. Maar wat gebeurt er als je er een vraagteken op schrijft, zodat de kinderen weten dat er een nieuwsgierige activiteit aankomt? Of als je een beetje verwondering of verwarring aan je lokaal toevoegt door de blauwe potloden of de pannen uit de keuken weg te halen? Hoe ga je dan de lucht tekenen en wat ga je dan eten? Zo wordt het brein veel actiever, komt creativiteit naar boven en ontwikkelen de kinderen zich sociaal, emotioneel en cognitief enorm.’
Dat klinkt ook een beetje als een achtbaan…
‘Van groot tot klein, van een volledig nieuw lesontwerp tot een korte dagopening of -afsluiting, alles kan! Soms is het beter wat meer structuur aan te brengen en soms is er meer ruimte voor nieuwsgierige prikkels, bekijk vooral waar je zelf de kansen ziet.’
Is er genoeg aandacht voor nieuwsgierigheid in de lerarenopleiding?
‘Dat denk ik niet, terwijl leerkrachten het belang van nieuwsgierigheid wel onderschrijven. In een onderzoek van Hackmann en Engel* werd leerkrachten gevraagd welke eigenschappen ze graag bij hun leerlingen wilden stimuleren. Toen ze daarbij konden kiezen uit een lijst, kwam dit thema altijd in de top vijf. De leraren uit de controlegroep die hierover ook moesten nadenken, maar dan via een open vraag, noemden nieuwsgierigheid niet. Kortom: leraren zijn zich er vaak niet van bewust dat ze nieuwsgierigheid actief kunnen stimuleren. Meer aandacht voor nieuwsgierigheidstechnieken in de opleiding kan ervoor zorgen dat het een vanzelfsprekend onderdeel van de schooldag wordt. Niet alleen bij de jongste kinderen, maar ook in de groepen daarboven. Stimuleer het kind al op jonge leeftijd om vragen te stellen, op zoek te gaan naar nieuwe ervaringen, laat ze voelen dat ze ‘fouten’ mogen maken op zoek naar nieuwe kennis en vaardigheden. Het begint in groep 1 en 2 en de rest van het onderwijsgebouw doet er goed aan die groepen echt als basis te zien en de nieuwsgierigheid zoveel mogelijk mee te nemen naar de daarop volgende jaren.
Laat de ‘muziek van de groep’ nog mooier klinken!
Dat zou een mooie afsluiter zijn, ware het niet dat kinderen opgroeien in een wereld vol nieuwsgierigmakende apps, filmpjes. Daar moet je in het onderwijs tegenop boksen…
‘Die aandachttrekkers zijn vooral gericht op passieve nieuwsgierigheid: je hebt er niet om gevraagd, maar je wordt ermee overladen en bent vaak weerloos. Tegelijkertijd laten ze ons haarfijn zien dat ons brein reageert op prikkels. TikTok is daar een goed voorbeeld van: wat komt er hierna, en daarna, en daarna? En wat dacht je van de animatieseries voor kinderen? Er is minutieus over nagedacht hoe vaak een beeld moeten veranderen bijvoorbeeld om de aandacht vast te houden. Je ziet de beelden om de drie seconden verspringen en het is niet uitgesloten dat dat over een tijd nog sneller is, want concentratie is als een spier die je kunt trainen.
Laten we het brein dus op een verantwoorde manier kietelen door juist meer geduld te vragen, te verrassen door een stimulans weg te laten. We kunnen ook kijken naar de avontuurlijke opbouw van een serie als Dora. Ze gaat op ontdekking, er gaat iets fout, ze moet het oplossen en het loopt uiteindelijk weer goed af. Neem die elementen over, maar geef de kinderen wel een actieve rol. Laat je ze zélf het verhaal maken of de uitkomst van het verhaal bepalen. Of laat ze met wat subtiele ingrepen kiezen voor een eigen pad, terwijl je als leerkracht weet dat ze precies afkoersen op waar jij ze wilt hebben. Kortom, als leerkracht heb je een heel mengpaneel met knopjes waaraan je kunt draaien. Als je je daarvan bewust bent, sta je met meer plezier in de klas en zal de ‘muziek van de groep’ nog mooier klinken!’
* Dit onderzoek wordt hier beschreven: nieuwsgierigdenken.nl/is-er-in-het-onderwijs-genoeg-aandacht-voor-nieuwsgierigheid