Zo krijgt ieder kind zin in lezen!
Drinken, knuffelen, een luier verschonen: vanaf de geboorte nemen we kinderen op in bestaande culturele praktijken. In samenspraak met ouders, broertjes en zusjes, grootouders en buren leren ze om steeds zelfstandiger deel te nemen aan tal van activiteiten. Zelf je boterham smeren, haren kammen, fiets op slot zetten, boeken lezen… Door meedoen léér je, een leven lang!
Een mooi voorbeeld van ‘leren door meedoen’ ontdekken de leerkrachten op basisschool Rosa Boekdrukker in Amsterdam dit schooljaar in groep 3/4. Ze zien dat de motivatie om te lezen achterblijft. Daarom maken ze een start met het implementeren van de aanpak Zin in Lezen. De ouders worden op de hoogte gebracht van deze nieuwe aanpak tijdens een informatiebijeenkomst.
Leerkrachten en kinderen doen mee
De voorbereiding van de informatiebijeenkomst begint in de klas. Juf Sarah Jansen vertelt de kinderen dat de ouders binnenkort naar school mogen komen om ze te vertellen ‘hoe we leren lezen in groep 3/4′. Ze vraagt de kinderen om een uitnodiging te schrijven. Sarah bespreekt met de kinderen wat er in de uitnodiging moet komen te staan: datum, tijd en de afzender. De rest mogen ze zelf verzinnen. Aan het einde van de dag zijn de uitnodigingen klaar en kunnen mee naar huis.
Sarah maakt foto’s van de uitnodigingen. Iedere leerling heeft naar eigen kunnen gemotiveerd meegedaan. Ze ziet ook grote verschillen in de teksten als het gaat om techniek en opbouw van de tekst. De mkm-woorden als ‘kom’, ‘ook’ en ‘naar’ kan iedereen op de juiste wijze schrijven. Sommige kinderen keren de schrijfwijze van letters als de n om. Meerdere kinderen hanteren de spellingsregels rond langere niet klankzuivere woorden als het woord ‘oktober’ correct. Sommige leerlingen breken woorden op een onjuiste plek af. En er zijn nog vragen rond het verbuigen van bijvoeglijk naamwoorden als ‘lief’ naar ‘lieve’. Deze kennis gebruikt Sarah bij het nadenken over het vervolgaanbod.

De uitnodigingen worden door de ouders goed ontvangen. De moeder van Anna vertelt dat ze de uitnodiging nog niet goed kon lezen, maar dat Anna prima kon vertellen wat de bedoeling was. Dat wijst erop dat juf Sarah goed heeft uitgelegd wat de precieze bedoeling van de uitnodiging was en dat Anna er haar persoonlijke betekenis aan heeft kunnen geven. Ze vindt het heel belangrijk dat haar papa en mama naar de bijeenkomst komen.
De kenmerken van Zin in Lezen
Lezen en schrijven hebben een belangrijke plek in onze geletterde cultuur. Leren lezen en schrijven is een culturele ontwikkeling. De verschillende fases van deze ontwikkeling (ontluikende geletterdheid, alfabetische geletterdheid en het vlot en vloeiend kunnen schrijven en lezen van steeds complexere teksten) vragen om begeleiding.
De aanpak Zin in Lezen gaat uit van deze punten:
– De teksten die kinderen lezen en schrijven, sluiten aan bij wat ze interessant vinden.
– De verhalen van kinderen krijgen een plek in het aanbod van lees-schrijfactiviteiten.
– Een goede lezer, is een betrokken lezer. Kunnen kiezen welke boeken/teksten je wilt lezen, helpt daarbij.
– De kinderen worden opgenomen in een rijke, geletterde cultuur.
– Er is altijd een samenhang tussen spreken/luisteren – handelen – lezen/schrijven.
– Om tot een evenwichtige aanpak van het leesonderwijs te komen, wordt gebruik gemaakt
van het vierveldenmodel.
Het vierveldenmodel
Het vierveldenmodel maakt zichtbaar om welke doelen het gaat bij de ontwikkeling van een adequate leeshouding en leesvaardigheid. De leerkracht zorgt tijdens het begeleiden van leesactiviteiten voor het maken van verbinding tussen de motieven van de leerling, begrijpende leesstrategieën, woordenschat en technische vaardigheden. Deze werkwijze voorkomt een eenzijdige kijk op het lezen. Het gaat immers om veel meer dan techniek alleen.

Bron: Brochure Zin in Lezen… naar een andere aanpak.
Informatieavond
Tijdens de informatiebijeenkomst voor de ouders op Rosa Boekdrukker wordt eerst de brede geletterdheid die kenmerkend is voor Zin in Lezen met de ouders doorgenomen. De kenmerken van deze aanpak worden verbonden aan de uitnodigingen die de kinderen geschreven hebben. Een uitnodiging is een culturele manier van communiceren die we gebruiken om mensen attent te maken op een bijzondere gebeurtenis, zoals een feest of een vergadering. De kinderen in de groep van juf Sarah zijn direct gemotiveerd, ze willen graag dat hun ouders naar de bijeenkomst komen en voelen de noodzaak voor het schrijven van de uitnodiging. Door verder in gesprek te gaan, krijgen ze grip op de regels waaraan een uitnodiging moet voldoen en kunnen ze aan de slag op een manier die voor iedereen helder is.
Snuffellezen
De vervolgstap van de informatiebijeenkomst over Zin in Lezen is om de ouders aan de slag te laten gaan om de theorie direct aan het handelen te verbinden. Zo krijgt de kijk op brede geletterdheid voor de ouders meer betekenis.
Op tafel liggen nieuwe leesboeken uitgestald. De ouders worden uitgenodigd om in drietallen in de boeken te snuffelen. Welke boeken vinden ze interessant? Ze plakken er een post-it op met hun naam.
De meeste ouders gaan direct aan het werk. Er wordt gebladerd, druk gepraat en de eerste post-its worden geplakt. Twee ouders blijven zitten. ‘We doen niet mee. We lezen geen Nederlands’, is hun reactie. Maar natuurlijk kan iedereen meedoen, ook als je geen Nederlands leest. Deze ouders krijgen een stapeltje boeken en kijken eerst naar de illustraties. Ze raken in gesprek over de verschillende dierenfoto’s in het boek Waf gaat in bad voor startende lezers. Kinderen houden van dieren, dit zou best een fijn boek voor groep 3/4 kunnen zijn!
Het vierveldenmodel voorkomt een eenzijdige kijk op lezen
Na een kwartier snuffelen, worden de bevindingen gedeeld. De ouders zijn nieuwsgierig geworden naar de boeken, hebben zin om in erin te bladeren en om erover in gesprek te gaan. De eerste voorkeuren worden gedeeld: een moppenboek met korte tekstjes, dat is toch heerlijk? Bij twee ouders is het boek Kom maar bij mij, waarbij de kinderen kunnen toneellezen, favoriet. Ze denken dat toneellezen helpt om samen het verhaal goed voor je te zien en te begrijpen. Weer anderen zien dat de uitgever de lezer helpt bij woorden die afgeleid zijn uit andere talen. Bij de woorden ‘cowboy’ en ‘België’ staat hoe je de woorden fonetisch uitspreekt.
Duidelijk wordt hoe leesmotivatie kan ontstaan en hoe belangrijk dat is voor elke lezer.
Selecteren
Nu de ouders een beeld hebben van de boeken, worden ze uitgenodigd om uit de boeken met post-its één boek te kiezen dat ze willen geven aan de groepen 3/4, met daarbij een briefje voor de juf en kinderen. De boeken worden opnieuw bekeken, er wordt overlegd en de eerste brieven worden geschreven. Na een poosje ligt er een rij gekozen boeken met brieven erbij.

Terugkijkend op de activiteit, zien de ouders ook nu weer het belang in van motivatie. Ze willen graag hun fijnste boek voor groep 3/4 vinden. Net als de uitnodigingen van de kinderen, zien de brieven van de ouders er ook allemaal anders uit. Sommige zijn kort, andere lang, een aantal zit in een envelop, er zijn brieven in het Nederlands, maar ook in het Portugees. Net als bij de kinderen doen de ouders naar eigen kunnen en interesse mee aan de activiteit.
De ouders willen graag het fijnste boek voor groep 3/4 vinden
De eerste ouderbijeenkomst geeft een mooie opbrengst. Door de theorie te delen en mee te doen aan de lees-schrijfactiviteiten begrijpen de ouders beter hoe de aanpak Zin in Lezen werkt. De directeur van de school verwoordt het als volgt, ‘Ik heb het boek Lezen en schrijven doe je samen gelezen, maar door te dóen begrijp ik het pas echt’.
In de klas van juf Sarah gaat het verhaal verder. De volgende dag leest ze in de grote kring een paar brieven voor en snuffelt ze samen met de kinderen in de nieuwe boeken. Ze helpt de kinderen bij het vormen van hun eerste leesvoorkeur. De kaft met een maatje bespreken, stukjes tekst lezen en illustraties bekijken. Het helpt. De kinderen zijn enthousiast, ze willen meteen verder lezen in boeken die ze interessant vinden of vragen of Sarah een door hun gekozen boek wil voorlezen.
En natuurlijk worden er brieven teruggeschreven. De leerkracht is geïnspireerd door de schrijfschema’s die ze met de nascholer heeft besproken en waarover ze zelf verder gelezen heeft. Schrijfschema’s helpen bij het maken van de overgang van spreken naar schrijven. Het gaat erom dat de leerlingen de tekst voor zich gaan zien. Sarah bespreekt met de leerlingen wat ze belangrijk vinden om te schrijven over hun boek. Ze willen iets vertellen over de kaft, de plaatjes en de tekst. Die ideeën zet Sarah in een klein schema op het digibord.

De kinderen noteren in hun papieren versie hun eerste gedachten en gebruiken dit later bij het schrijven van de brief. Omdat het belangrijk is dat de ouders de brieven goed kunnen lezen, gaan alle leerlingen extra hun best doen op een mooi en duidelijk handschrift op lijntjespapier.
Het resultaat mag er zijn. Met de interventies die Sarah heeft gedaan en het gevoel ‘Mijn brief doet ertoe’ lukt het ieder kind om een mooie brief te schrijven!

Met veel dank aan kinderen, ouders, leerkrachten, intern begeleider en directie van basischool Rosa Boekdrukker, Amsterdam.
Hermien de Waard is nascholer Ontwikkelingsgericht Onderwijs en werkzaam bij De Activiteit in Alkmaar.
Van Oers,B (2018) Spelen en leren op school.
Pompert, B. (2022) Lezen en schrijven doe je samen.
Pompert, B. & De Wever (2012) Zin in lezen…naar een andere aanpak in groep 3.
Van Oers, B. (2021) Ik is een meervoud.