Profile

HJK draait om de wereld van het jonge kind

Logo categorie
Spelen
03/12/2024
Leestijd 7-10 minuten
Geschreven door Madeleine Dinnissen

Risicovol spel?! Echt wel!

Het belang van risicovol spel bij jonge kinderen

Risicovol spel bij jonge kinderen staat steeds vaker in de spotlights. Opvoeders en onderwijsprofessionals zijn meer en meer geneigd om kinderen te beschermen tegen gevaar. Hierdoor zijn de mogelijkheden om in aanraking te komen met risicovol spel fors afgenomen, terwijl uit onderzoek van Van Rooijen en collega’s (2023) blijkt dat dit kan leiden tot volwassenen die de wereld met minder zelfvertrouwen tegemoet treden en hun eigen grenzen minder goed herkennen en bewaken.

Wanneer begrens je als professional een jong kind wel en wanneer geef je juist de vrijheid om te ervaren? De interventieladder (van Rooijen, 2014) kan hierbij helpen.

Save the children

Een normale dag in groep 1-2. Lise en Lenn spelen in de bouwhoek en zijn bezig een toren te bouwen. Druk overleggend komen ze tot de conclusie dat ze een stoel nodig hebben om de toren hoger te bouwen. Vol verwondering bekijken ze hun bouwwerk. Al snel volgt de conclusie dat het nóg hoger kan. Er wordt een tafel bijgeschoven. Tijdens het buiten spelen komt Macey voorbij op een fiets. Ze snijdt in hoog tempo de bochten scherp aan, waardoor ze telkens bijna haar evenwicht verliest. Even verderop klimt Finn vastberaden in een boom. Het doet een groot beroep op zijn doorzettingsvermogen, maar Finn geeft niet op en uiteindelijk lukt het hem erin te komen. Tsjilpend als een vogel kijkt hij vanuit zijn ‘nest’ trots om zich heen.

Ontwikkeling door risicovol spel

Risicovol spel verwijst naar activiteiten waarbij kinderen vrijwillig worden blootgesteld aan fysieke uitdagingen. Dit kan variëren van klimmen in een boom of fietsen op ongelijk terrein tot het gebruik van speelgoed dat het evenwichtsgevoel en de inschatting van gevaar test, zoals bijvoorbeeld een glijbaan of schommel. Sandseter en Kennair (2011) categoriseren risicovol spel als volgt:

  • Spel op hoogte (zoals springen van of klimmen op hoge objecten).
  • Spel met hoge snelheid (rennen, fietsen, rollen).
  • Spel met gevaarlijke voorwerpen (zoals gereedschap of messen).
  • Ruig spel (stoeien).
  • Spel waarbij kinderen kunnen verdwalen (zoals verstoppen in een onbekende omgeving).
  • Spel waarbij kinderen zelf risico’s moeten beoordelen en nemen.

Uit tal van wetenschappelijke studies, zoals dat van Lavrysen en collega’s (2017), blijkt dat risicovol spel essentieel is voor de ontwikkeling van jonge kinderen, zowel op mentaal als fysiek vlak.

Door risicovol spel leren kinderen risico’s inschatten en problemen oplossen. Ze leren bijvoorbeeld welke stappen ze moeten nemen om veilig op en van een hoge glijbaan te komen (cognitieve ontwikkeling). Risicovol spel draagt bij aan het ontwikkelen van veerkracht en zelfvertrouwen. Het overwinnen van angst en het ervaren van succes bij het uitvoeren van een moeilijke opdracht helpt hierbij (sociaal-emotionele ontwikkeling).

Ook leren kinderen omgaan met teleurstelling als iets niet direct lukt. Risicovol spel bevordert ook de samenwerking en communicatie onderling. Kinderen moeten rekening houden met wat de ander wil. Hierbij worden vaardigheden gericht op zelfsturing sterk aangesproken en verder ontwikkeld. Het gaat over eigenaar worden van het eigen handelen (Boland, Aerden, van de Weghe & Vancraeyveldt, 2022). Daarnaast ontwikkelen kinderen vaardigheden als conflictbeheersing en het werken aan gemeenschappelijke doelen. Als kinderen bijvoorbeeld samen stoeien of klimmen, leren ze vertrouwen op elkaar, onderhandelen en rekening houden met de grenzen van de ander.

Risicovol spel draagt bij aan het ontwikkelen van veerkracht en zelfvertrouwen

Het nemen van risico’s in spel helpt kinderen bij het ontwikkelen van motorische vaardigheden, zoals balans, kracht en coördinatie (fysieke ontwikkeling). Als een kind bijvoorbeeld over een obstakel klimt, leert het niet alleen het lichaam beter te gebruiken, maar ook de grenzen van zijn of haar eigen kunnen in te schatten. Kinderen verkennen hun lichaam door te bewegen (Janssen-Vos, Van der Meer, Vingerhoets & De Waard, 2024). Bewegen is een vorm van spel die het best tot ontwikkeling komt en persoonlijke betekenis krijgt als er ruimte is om dit zelf te ontdekken.

De interventieladder; een handvat voor begeleiding

Ondanks de vele voordelen van risicovol spel, leven we in een tijd waarin veiligheid meer dan ooit de boventoon voert. Soms leidt dit tot een overmatige controle en beperking van spelactiviteiten door volwassenen. Met als gevolg het remmen van bovengenoemde essentiële vaardigheden in de ontwikkeling. Onderzoek wijst uit dat kinderen die te weinig risicovol spel ervaren minder zelfvertrouwen ontwikkelen, mogelijk minder adequaat zijn in het inschatten van hun eigen kunnen en angstiger kunnen worden in situaties waaraan risico’s verbonden zijn (Sandseter & Kennair, 2011). Een manier om een balans te vinden tussen veiligheid en risicovol spel in de praktijk, is het inzetten van de interventieladder van Van Rooijen (2014).

Bron: Rooijen, M. van (2014). Risicovol spelen op het schoolplein. De Wereld van het Jonge Kind (HJK), januari 2014. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff.

Deze ladder is een hulpmiddel dat opvoeders en professionals helpt na te denken over hun mate van ingrijpen tijdens het spel van kinderen. Het belangrijkste doel hierbij is het geven van ruimte voor zelfstandig spel. De volwassene grijpt alleen op een ondersteunende manier in als dat nodig is. De ladder heeft dertien treden, lopend van weinig interventie (observeren) naar volledig ingrijpen (stoppen van het spel). Vrij vertaald zijn deze treden samen te vatten in vijf stappen die de volwassene in het achterhoofd kan houden bij het volgen van risicovol spel:

1. Observeren; het kind kan het alleen. De volwassene kijkt alleen mee, zonder in te grijpen. Zo leren kinderen door zelf te experimenteren. Vaardigheden als probleemoplossend vermogen en risicobeoordeling worden hierbij ontwikkeld.

2. Stimuleren; laat het kind het eerst zelf uitzoeken. Een verbale aanmoediging kan in deze fase gegeven worden, zonder in te grijpen. Bijvoorbeeld door te zeggen: ‘Je kunt het! Probeer het maar!’ Dit bevordert het zelfvertrouwen van het kind.

3. Assisteren; bied hulp indien nodig. Heeft het kind moeite met een activiteit, dan kan de volwassene in deze fase hulp bieden zonder het over te nemen. Bijvoorbeeld door een hand te reiken bij het beklimmen van een object. Hierdoor heeft het kind nog steeds het gevoel zelf de uitdaging aan te gaan.

4. Begeleiden; stuur bij, doe voor. Soms kan meer directe begeleiding nodig zijn om ervoor te zorgen dat een kind het spel veilig kan voortzetten. Bijvoorbeeld door dichterbij te gaan staan om in te kunnen grijpen als dit nodig is omdat een kind op een gevaarlijke plek speelt, door een aanpassing te maken in de spelsituatie of door eerst voor te doen hoe de situatie het beste aangepakt kan worden.

5. Ingrijpen; safety first. In uitzonderlijke gevallen, als een kind zich in direct gevaar bevindt, moet de opvoeder het spel stilleggen of afbreken om letsel te voorkomen. Dit is de laatste stap en moet alleen ingezet worden als het risico niet meer door het kind zelf ingeschat of beheerd kan worden.

De interventieladder helpt een balans te vinden tussen veiligheid en risicovol spel

Risicovol spel in de praktijk

Het implementeren van risicovol spel in de dagelijkse praktijk vraagt om vertrouwen in de capaciteiten van kinderen. Als professional wil je uitstralen ‘Jij kunt het en ik geef je de ruimte dit te laten zien en ervaren’. Maar uiteindelijk is het wel essentieel dat risico’s genomen kunnen worden in een context waarbinnen dat verantwoord is. Denk hierbij aan speelplekken met natuurlijke elementen. Een speelplaats met bomen, rotsen en heuvels biedt jonge kinderen bijvoorbeeld de mogelijkheid om hoogteverschillen en ruwe oppervlakken te ontdekken. Dit stimuleert balans en doorzettingsvermogen. Maak ruimte voor creativiteit en improvisatie. Geef kinderen materiaal dat niet direct voor de hand ligt, zoals houten planken, touw, pallets of autobanden, waarmee ze zelf structuren kunnen bouwen. Dit biedt de gelegenheid tot exploreren en het leren omgaan met verschillende materialen. Evalueer risico’s. Door met regelmaat te observeren hoe kinderen met risico’s omgaan, kun je als professional beter inschatten wanneer interventie nodig is en wanneer het kind prima in staat is om zelfstandig zijn gang te gaan. Betrek waar mogelijk het kind zelf ook hierbij. Bespreek samen wat de risico’s zijn en welke afwegingen gemaakt kunnen worden om deze op een verantwoorde manier aan te gaan.

Zoeken naar balans

Risicovol spel biedt jonge kinderen cruciale mogelijkheden voor cognitieve, sociaal-emotionele en fysieke ontwikkeling. Het is van belang om als volwassene balans te vinden tussen risicovol spel en veiligheid. De interventieladder in het achterhoofd houden helpt hierbij. Het laten ervaren van risicovol spel en dit goed begeleiden geeft kinderen de kans om grenzen te verleggen, zelfvertrouwen op te bouwen en veerkracht te ontwikkelen. Kwaliteiten die hen voorbereiden op een later leven vol uitdagingen en ontdekkingen. Dus bouw mee aan die toren, vlieg samen uit die bocht, klim ook in die boom en creëer hierdoor ervaringen voor het leven!

Over de auteur
Madeleine Gerrits-Dinnissen is specialist Jonge Kind en werkt als kwaliteitscoördinator onderbouw bij de basisschool NSV2 in Nijmegen.

Book iconLiteratuurlijst
  • Boland, A., Aerden, I., Van de Weghe, J. & Vancraeyveldt, C. (2022). De kracht van spel. Amsterdam: Uitgeverij SWP
  • Brouwers, H. (2022). Kiezen voor het jonge kind. Bussum: Uitgeverij Couthino
  • Janssen-Vos, F., Van der Meer, L., Vingerhoets, I. & De Waard, H. (2024). Basisontwikkeling voor peuters en de onderbouw (3e druk) Assen: Uitgeverij van Gorcum
  • Lavrysen, A., Bertrands, E., Leyssen, L., Smets, L., Vanderspikken, A., & De Graef, P. (2017). Risky-play at school. Facilitating risk perception and competence in young children. European Early Childhood Education Research Journal, 25(1), 89-105.
  • Van Rooijen, M. (2014, januari). Risicovol spelen op het schoolplein? HJK, 5, 10-13
  • Van Rooijen, M., De Martelaer, K., Lensvelt-Mulders, G., van der Poel, L. & Cotterink, M. (2023). It is scary, but then I just do it anyway: Children’s experiences and concerns about risk and challenge during loose parts play. International Journal of Environmental Research and Public Health, 20(2), 7032.
  • Sandseter, E. & Kennair, L. (2011). Children’s risky play from an evolutionary perspective: The anti-phobic effects of thrilling experiences. Evolutionary Psychology, 9(2), 257-284

Madeleine Dinnissen