Profile

HJK draait om de wereld van het jonge kind

Logo categorie
Spelen
13/05/2025
Leestijd 6-8 minuten
Geschreven door Bertine van den O...

Speel het maar na!

Imitatiespel in groep 3 en 4 biedt kinderen de kans om kennis en vaardigheden in een betekenisvolle context toe te passen en in te oefenen. Op een actieve, ontdekkende en veelal speelse manier komen relevante doelen aan bod en wordt de ontwikkeling gestimuleerd. Hoe faciliteer en stimuleer je imitatiespel bij jouw leerlingen?

In groep 3 is een aantal kinderen in de hal een dierentuin aan het maken. Er zijn al hokken geknutseld voor de panda’s, flamingo’s, leeuwen en slangen. Apen hangen in een boom die de kinderen hebben gemaakt op een muur. Nu zijn ze druk bezig met een wegwijzer en een plattegrond voor de bezoekers. Er wordt ook een souvenirwinkel ingericht. Op deze manier komen veel vakken geïntegreerd aan bod, zonder dat de kinderen het door hebben.

Een afgestemde betekenisvolle leeromgeving

Betekenisvol leren komt voort uit activiteiten waarvoor een kind speciaal gemotiveerd is. Die motivatie ontstaat als kinderen worden betrokken in sociaal-culturele activiteiten waaraan ze graag willen deelnemen (Frea Janssen-Vos, 2006). In groep 3 en 4 zoek je naar concrete contexten waarbinnen de kinderen explorerend de wereld kunnen verkennen en vaardigheden in de praktijk brengen die hiervoor nodig zijn. Om de betrokkenheid te vergroten, is het dan ook van belang dat de thema’s de kinderen prikkelen. Een passend boek of een verhalend ontwerp helpen hierbij. Zowel jongere als oudere kinderen spelen verhalen en denken in verhalen. In verhalen of narratieven wordt informatie met elkaar verbonden als een opeenvolging van handelingen in de tijd (Marjolein Dobber et al., 2018).

Om de leeromgeving optimaal af te stemmen op de ontwikkeling van het kind, is het van belang om te herkennen in welk stadium van de cognitieve ontwikkeling kinderen zich bevinden. Zie je kenmerken van het pre-operationele stadium (2-7 jaar) waarin imitatie een belangrijke rol speelt? Of zie je kenmerken van het concreet-operationele stadium (7-12 jaar)? In dit stadium ziet het kind al wel logische verbanden, maar het heeft nog steeds behoefte aan concreet materiaal (Ineke Oenema et al., 2018).

Stem de leeromgeving op af op de cognitieve ontwikkeling

Qua spelfasen zie je hier veelal manipulerend spel, eenvoudige rolgebonden handelingen, eenvoudig rollenspel en uitgebreid rollenspel (Helma Brouwers, 2019). Zo zul je bijvoorbeeld in een themahoek van een fietsenmaker zien dat sommige kinderen druk in de weer zijn met het leeghalen en vullen van bakjes met schroeven en moeren en manipulatief spel spelen. Andere kinderen doen net alsof ze een fiets repareren en weer andere kinderen spelen de rol van fietsenmaker en ontvangen klanten in de zaak. Zij spelen eenvoudig of complex rollenspel.

Tijdens het concreet-operationele stadium zullen kinderen, bijvoorbeeld in dezelfde themahoek van de fietsenmaker, echt een band plakken, echt een zadel op de juiste hoogte zetten of echt een bel monteren. Zij zijn experimenterend, met de focus op ‘in het echt’ en niet ‘net alsof’ de wereld aan het onderzoeken.

De overgang van de ene naar de andere fase is natuurlijk niet voor ieder kind precies op hun zevende verjaardag. Het kan al rond het vijfde of zesde levensjaar gebeuren dat kinderen experimenterend de echte wereld willen verkennen. En soms zie je nog behoefte aan imitatie in het achtste of negende levensjaar.

Het is dan ook belangrijk dat in de groepen 3 en 4 activiteiten aan worden geboden die voor de één tegemoet komen aan imitatie en voor de ander aan experimenterend onderzoek.

Richt verschillende themahoeken in bij het verhaal, samen met de kinderen

Functionele expressie in dienst van het spel

Zodra je aan de slag gaat met een betekenisvol avontuurlijk verhaal, kun je kinderen betrekken bij het maken en inrichten van de themahoeken. Laat kinderen meedenken wat er allemaal nodig is, wat ze kunnen meenemen of wat ze kunnen maken.

Aan de slag met Pluk

Zo kun je bijvoorbeeld bij het boek Pluk van de Petteflet de winkel van meneer Pen maken. Boeken, schriften, pennen en potloden worden verzameld en in de winkel gelegd. Zet er ook een kassa bij.
Ook leuk is het nabootsen van het appartement van de Stampertjes. De kinderen knippen stroken patat van een gele spons en nemen van huis lege flessen frietsaus mee. Ook knippen ze van oude lappen stof stroken die ze om hun hoofd kunnen knopen, zodat ze op de Stampertjes lijken.
Voor de woonplek van mevrouw Helderder en Aagje worden allerlei schoonmaakproducten verzameld. Om de scène over het zolderkamertje van Pluk na te spelen, knutselen een paar kinderen meeuwen die tijdens het spelen rond het hoofd van mevrouw Helderder kunnen vliegen.
Zoals je ziet, is het dus niet creatieve vorming waarbij iedereen dezelfde opdracht krijgt, maar worden dingen door kinderen gemaakt in dienst van het spel. Hierbij ontwikkelen ze de nodige vaardigheden.

Soms is er geen ruimte in de school om rollenspel in het groot uit te spelen. Maak dan samen met de kinderen een decor om een verhaal na te spelen met kleine poppetjes als karakter. Bij het verhaal van Pluk van de Petteflet kun je bijvoorbeeld samen een flat maken met alle appartementen die in het boek besproken worden.

Taal integreren in spel

Als je betekenisvolle hoeken hebt gemaakt, kunnen taaldoelen op verschillende manieren een plek krijgen. Het is nadrukkelijk de bedoeling dat leerlingen hun kennis van woorden en betekenissen gaan gebruiken bij spreken, luisteren en in gesprekken. Mondeling taalgebruik is immers de basis voor schriftelijk taalgebruik (Dolf Janson, 2017). In themahoeken en bij een speltafel is hier veel gelegenheid voor.

De ingrediënten van taal zijn woorden en hun betekenissen. Om de Nederlandse taal adequaat te kunnen gebruiken moeten leerlingen beschikken over voldoende ‘repertoire’ (Dolf Janson, 2017). Woordenschat kun je actief vergroten door minder bekende woorden die voorkomen in het verhaal of passen in een thema met een betekenisvolle context onder aandacht van de kinderen te brengen. Dit kun je doen door ze op stroken te zetten. In groep 3 kan een visualisatie van het woord goed helpen. Deze woorden pak je erbij tijdens het voorlezen.

In de themahoeken krijgen taal en rekenen op verschillende manieren een plek

Verboden woorden

Je kunt later ook een spel spelen met de woorden, zoals verboden woorden, of uitbeelden om de woorden te herhalen. Daarnaast hang je de woorden ook in de buurt van de themahoek of speltafel en daag je kinderen uit om de woorden in hun spel te gebruiken.

Dit kun je nog actiever doen door voorafgaand aan het spelen met de kinderen een script te bedenken dat ze kunnen spelen, waarbij ze bijvoorbeeld vijf woorden terug moeten laten komen in het verhaal.

Schrijven komt veel in activiteiten aan bod en dat heeft consequenties voor de inrichting van het lokaal. In het rollenspel en in andere thematische activiteiten speelt schrijven een rol van betekenis (Bea Pompert, 2022). Daarvoor zijn materialen aanwezig of ze worden door de leerlingen zelf aangedragen of gemaakt. Zo kan Pluk in het rollenspel een boodschappenbriefje schrijven voordat hij naar de apotheek gaat om medicijnen te halen. Ook kunnen de kinderen brieven schrijven als Dollie luchtpost gaat vervoeren.

Rekenen integreren in spel

Alle leerlingen krijgen te maken met rekenen als maatschappelijke vaardigheid. Daarom is het noodzakelijk dat zij getallen en bewerkingen kunnen verbinden met hun betekenis in een concrete situatie (Dolf Janson, 2017). Rollenspel leent zich uitstekend voor het uitvoeren van rekenhandelingen en het gebruiken van rekentaal in concrete situaties. Zo kun je bijvoorbeeld in de winkel van meneer Pen kinderen prijzen laten bedenken voor de artikelen die te koop zijn en zijn er bij de kassa rekenhandelingen en rekentaal mogelijk. De openingstijden van de winkel van meneer Pen zorgen voor een betekenisvolle inzet van klokkijken.

Ook constructief spel zit vol mogelijkheden om rekenvaardigheden te ontwikkelen. Als leerlingen dingen maken, bijvoorbeeld bouwmaterialen of beeldende materialen, liggen de kansen voor rekenen en wiskunde voor het oprapen. Bij deze activiteiten gaat het vooral om meetkunde en meten, verhoudingen en ook het maken en lezen van representaties, schema’s en werktekeningen (Marjolein Dobber et al., 2018).

In verhalen wordt informatie toegepast en krijgt het betekenis

Meer spel in groep 3 en 4?

Zo pak je het aan.

  • Werk met een kiesbord waarop verschillende activiteiten staan. Themahoeken, constructiespel, een atelier waar kinderen kunnen knutselen en een drukkerij waar kinderen functioneel kunnen schrijven, zijn geschikte keuzemogelijkheden. Daarnaast kun je het kiesbord vullen met een basisaanbod, zoals lezen, puzzelen, taal- en leesspellen, enz.
  • Houd de SLO-doelen voor wereldoriëntatie in de gaten. Als je dit doet, kun je vakken die vaak in de middag gegeven worden, integreren in je aanbod van het kiesbord
  • Vaak is het mogelijk om de rekendoelen die je aanbiedt tijdens een instructie te verwerken in spel.
  • Doe dit ook met taal. Denk daarbij aan het integreren van mondelinge communicatie, woordenschat en functioneel schrijven in het spel.

Technisch lezen kun je nauwelijks integreren. Maar je kunt wel taalspellen op het kiesbord zetten om technisch lezen te verwerken.

Aan alle activiteiten die naast het spel op het kiesbord staan, kun je doelen verbinden en werken met eisen en succescriteria. Zo zorg je ervoor dat kiestijd een uitnodigend en uitdagend moment op de dag is. Als het lukt om dit twee tot drie keer per week te realiseren, bied je als professional de kinderen de kans om kennis en vaardigheden op te doen, toe te passen en in te oefenen in een betekenisvolle context.

Bertine van de Oever heeft jarenlange ervaring voor de klas en als leidinggevende. Nu deelt ze haar praktische kennis met professionals op scholen en in kindcentra. Ze zoekt altijd naar creatieve en uitdagende manieren om aan te sluiten op de ontwikkeling van jonge kinderen met pakkende thema’s en verhalen die haar hart harder laten kloppen.

Book iconLiteratuurlijst

Frea Janssen-Vos, Spel en ontwikkeling. Assen: Koninklijke Van Gorcum, 2008 (pag. 177)

Marjolein Dobber & Bert van Oers, Spelen en leren op school. Assen: Koninklijke Van Gorcum, 2008 (pag. 23).

Ineke Oenema-Mostert, Harry Janssens, Gerda Woltjer, Petra van de Kraats-Hop, Stapsgewijs onderwijs centraal. Groningen: Noordhof uitgevers, 2018 (pag. 72).

Helma Brouwers, Kiezen voor het jonge kind. Bussum: Uitgeverij Coutinho, 2019 (pag. 99-103).

Dolf Janson, Uitdagend en functioneel onderwijs. Leuker.nu, 2017 (pag. 37+77).

Bea Pompert, Lezen en schrijven doe je samen. Assen: Koninklijke Van Gorcum, 2022 (pag. 51).

Dolf Janson, Rekenonderwijs kan anders. Leuker.nu, 2017 (pag. 11).

Marjolein Dobber & Bert van Oers, Spelen en leren op school. Assen: Koninklijke Van Gorcum, 2008 (pag. 70).

Bertine van den Oever