Meespelen met een reden
Kinderen ontwikkelen zich van nature vanuit spel. Door nieuwe materialen te ontdekken, situaties na te spelen en hun fantasie te laten werken, leren kinderen meer over zichzelf en de wereld. Spel is dus een uitgelezen kans voor leerkrachten om het jonge kind te stimuleren om zich verder te ontwikkelen. Maar hoe geef je spelbegeleiding een prominente plek in het dagelijks handelen op school?
Spel leidend laten zijn in het onderwijs aan het jonge kind, is niet alleen iets van een individuele leerkracht. Het vereist een gezamenlijke visie op de (spel)ontwikkeling. Er moet een positief klassenklimaat en een goedlopend klassenmanagement zijn. Ook zijn een oprecht geïnteresseerde basishouding en een positieve instelling tegenover het belang van spel vereist. Verder heb je kennis nodig over spelontwikkeling en over welke spelimpulsen of spelbegeleidingstechnieken je kunt gebruiken.
Begin met observeren
Jonge kinderen ontwikkelen zich niet in hetzelfde tempo. Dat zie je terug in hun spel. Door een kijkwijzer of spelobservatie-instrument te gebruiken, zie je waar kinderen staan in hun ontwikkeling. Kinderen die nog niet zo ver in hun ontwikkeling zijn, laten nog geen complex rollenspel zien, maar spelen vooral hanterend spel. Denk aan kinderen die in de huishoek telkens de pannen op het fornuis opnieuw vullen met ingrediënten. Iedere spelfase heeft zo weer zijn eigen belangrijke plek binnen de ontwikkeling van het jonge kind. Als leerkracht kun je hun spel stimuleren door mee te spelen. Doe een suggestie wat het kind kan koken en ondersteun dit met taal en de handelingen die erbij horen. Het kind ziet jouw spelhandelingen en gaat deze mogelijk nadoen en gebruiken. In dit voorbeeld is het kind gericht op het ontdekken van materiaal. Een volgende stap is het voordoen van rolgebonden handelingen, zoals het roeren in een pan of dekken van de tafel.
De verschillende fasen waarin spel zich ontwikkelt:
Manipulerend spel
- Experimenteren, onderzoeken en uitproberen: handelend omgaan is het belangrijkste.
- Er is geen bedoeling vooraf.
- Ervaren en ontdekken van eigenschappen van zichzelf, andere mensen, dieren of materialen.
- Plezier door herhaling en regelmaat.
- Weinig gebruik van taal.
Hanterend spel
- Voorwerpen gebruiken waarvoor ze bedoeld zijn.
- Voorwerpen een andere functie geven: ontdekken waarvoor een voorwerp gebruikt kan worden.
Verbeeldend spel
Kinderen doen activiteiten die de verbeelding oproepen, bedenken situaties in hun fantasie, leven zich in een persoon of situatie in.
Hierbinnen zie je deze spelfasen:
- Eenvoudige rolgebonden handelingen: Korte doealsof-handelingen die elkaar opvolgen, materiaal staat centraal.
- Eenvoudig rollenspel: Korte doe-alsof-handelingen die elkaar opvolgen, soms gericht op een ander.
- Uitgebreid of thematisch rollenspel: Uitgebreidere doe-alsof-handelingen voor een langere periode, meer gezamenlijk spel.
- Realistisch rollenspel, bewuste leeractiviteit of coöperatief rollenspel: Zo echt mogelijk willen spelen: taal en handelingen horen bij een rol, maar ook geletterdheid en gecijferdheid krijgen een functie in het spel.
Uit Maak van spel prioriteit (2024)
Benut aanknopingspunten
Het spel dat een kind laat zien, geeft aanknopingspunten voor de begeleiding. Door spelimpulsen te verbinden aan iets wat het kind motiveert, iets waarbij het kind betrokken is en wat betekenis voor hem of haar heeft, is de kans op ontwikkeling succesvoller. Dus als je weet dat een kind interesse heeft in dino’s, voeg deze toe aan de bouwhoek en laat het kind erover vertellen. Hierdoor ervaart het kind dat het gezien wordt en kan het spelen met iets wat vertrouwd is. Of als meerdere kinderen dit interessant vinden, is het wellicht een onderwerp voor een thema.
Inventariseer welke spelbegeleiding nodig is
Welke begeleiding nodig is, kun je het beste op het moment in het spel bepalen. Dat doe je door eerst te observeren en zo veel mogelijk gegevens over de (spel)ontwikkeling van kinderen te verzamelen. Zo krijg je per kind zicht op de spelfase, hoe het taalgebruik is en de spelduur. Of hoe het contact met andere kinderen tijdens het spel is. Met deze gegevens in je achterhoofd zet je de volgende interventies in om te bepalen welke spelbegeleiding je kunt toepassen.
- De eerste mogelijkheid is in gesprek gaan met kinderen. Laat zien dat je oprecht geïnteresseerd bent in hun verhalen. Luister naar hun ideeën en laat ze erover vertellen. Laat kinderen in de bouwhoek bijvoorbeeld praten over wat ze aan het bouwen zijn. Met een aandachtige houding stel je open vragen. “Vertel eens over jullie bouwwerk.” Of “Wat zie ik daar allemaal?” Laat stiltes vallen en kijk kinderen vragend aan.
- Meespelen met kinderen is de tweede interventie die waardevolle kansen biedt voor het verzamelen van gegevens. Speel volgend, met een afwachtende houding, mee in het spel. Vraag bijvoorbeeld of je kunt helpen. Ga naast een kind zitten dat speelt met klei en maak hetzelfde. Of laat andere mogelijkheden zien en vertel, terwijl je bezig bent, wat je doet.
Niet ieder kind heeft intensieve spelbegeleiding nodig: uit de observaties en gesprekken met kinderen zal blijken welke ondersteuningsbehoeften nodig zijn. Maar voor alle kinderen is het nodig dat de leerkracht interesse toont in hun spel.
Spelbegeleidingstechnieken
Als je meespeelt met jonge kinderen kun je verschillende spelbegeleidingstechnieken inzetten om het spel een extra impuls te geven. De kern van spelbegeleiding is: meedoen en aansluiten en tegelijkertijd blijven observeren en reflecteren. Op welke manier je dit doet, is mede afhankelijk van het spelniveau en de ondersteuningsbehoeften van het kind.
Zo kun je bijvoorbeeld een rol aannemen in het spel en daarbij de techniek verwoorden inzetten. Dat doe je door een kind dat weinig ervaring en kennis heeft van het rollenspel te souffleren. Jullie spelen dat je in een restaurant bent. Tegen het kind zeg je: “Je kunt aan de ober vragen: ‘Hoeveel moet ik betalen?’”. Zo geef je het kind ondersteuning in de rol als klant.
Een kind dat weinig samenspel met andere kinderen laat zien, kun je door de techniek stimuleren attenderen op anderen: “Kijk eens, Jessie heeft een hoge toren gebouwd. Misschien kan zij ons helpen?”
Een kind dat niet kan beginnen met spelen, kun je stimuleren door te benoemen wat je ziet in een hoek. Of door het aan te moedigen: “Kom we gaan kijken wat je allemaal kunt doen in die hoek.”
Voor een kind dat vluchtig spel laat zien, is het wenselijk om mee te spelen en het spel te vertragen door de aandacht te richten: “Kijk ik doe nog wat groenten in de soep. Nu roer ik door de soep en wacht tot deze kookt.”
Geen pasklaar recept
Kennis hebben van spel en welke begeleidingstechnieken je kunt gebruiken, is essentieel bij goede spelbegeleiding, want er is geen pasklare oplossing. Spel begeleiden is observeren, spelimpulsen geven en steeds reflecteren op je inbreng: Wat is het effect van wat ik heb gedaan of gezegd? Je zult merken dat je na verloop van tijd steeds beter weet hoe je spel kunt begeleiden. Reageerde het kind op de impuls? Zo ja? Wat gebeurde er daarna? Aan de reacties van kinderen kun je zien of je aansluit bij hun spel en een juiste impuls geeft.
Begin klein
Het begeleiden van spel en het kunnen geven van spelimpulsen vraagt om tijd, reflectie en oefening. Gun jezelf de tijd hierin te groeien. Maak van spel een prioriteit in je eigen ontwikkelproces door dagelijks tijd in te plannen om mee te spelen. Begin heel laagdrempelig door bij kinderen in een hoek of buiten aanwezig te zijn. Kijk, luister, stel open vragen en wacht af wat er gebeurt. Kies in het begin één hoek en observeer daar kinderen van verschillende leeftijden, meerdere keren. Hierbij is een kijkwijzer of spelobservatielijst een waardevol hulpmiddel. Je krijgt zo meer kennis over en inzicht in de spelontwikkeling. De observatiepunten geven houvast tijdens het observeren. Daarnaast biedt het gebruik van hetzelfde observatie-instrument voor alle onderbouwgroepen, aanknopingspunten om gegevens en ervaringen uit te wisselen. Zo ga je stap voor stap aan de slag met de begeleiding van spel en ga je je daar steeds zekerder in voelen. Spelbegeleiding is een vaardigheid die veel oplevert voor jou en de kinderen!
Door goed te observeren, ontdek je hoe je spel kunt begeleiden
Zo maak je samen met het team een succes van spelbegeleiding
Spelbegeleiding vraagt veel van een individuele leerkracht. Door met het hele onderbouwteam een plan van aanpak voor meerdere jaren te maken, vergroot je de kans op succes. Beschrijf in het plan de overlegmomenten en bepaal samen welke onderwerpen aan bod komen.
Mogelijke onderwerpen zijn:
- Bespreek en benoem de spelfasen en kies een kijkwijzer of observatie-instrument dat jullie gaan gebruiken.
- Inventariseer de scholingsbehoeften van de individuele leerkrachten en creëer mogelijkheden om daar aan tegemoet te komen.
- Gebruik dezelfde woorden als het om spel gaat: hanteren jullie de term rollenspel, doe-alsof-spel of imitatiespel? Spreek dit met elkaar af en noteer dit in het visiedocument.
- Bekijk samen filmbeelden van spelende kinderen en bespreek deze aan de hand van een kijkwijzer.
- Lees artikelen over spel en spelbegeleiding en bespreek op welke manier ze passen bij jullie visie en ideeën.
- Deel vragen en onzekerheden, maar vooral ook dat wat goed gaat en waar je trots op bent.
- Laat spel telkens terugkomen op de vergaderplanning, waardoor spel en spelbegeleiding een blijvende plek in het onderwijs aan het jonge kind krijgt en behoudt.
- Raijmakers, M. (2024) Maak van spel prioriteit. Dordrecht: uitgeverij Instondo