Profile

HJK draait om de wereld van het jonge kind

Columns
15/12/2022
Leestijd 2-3 minuten
Geschreven door Aleid Truijens

Kortsluiting in kinderbrein

‘Op school gaat Kerstmis over Jezus’, legde G. (5,5) ons uit. ‘Over baby Jezus. Hij heeft thuis een eigen ezel.’ We knikten geïmponeerd. Wat leert onze grote kleindochter veel op haar christelijke basisschool. Het kan geen kwaad dat ze hier wat van meekrijgt. Bij haar thuis betekent kerst vooral een kolossale boom in de hal en elke dag haar prinsessenjurk aan bij het diner.

Kort voordat ze met haar moeder de kerstboom optuigde, was ze al bijna van haar geloof gevallen. Een ander geloof. Het was pakjesavond. G. en haar broertjes M. (4) en T. (2,5) hadden de nacht ervoor amper geslapen. Er waren grote zorgen: in het Sinterklaasjournaal had de hoofdpiet gezegd dat alle pakjes kwijt waren! O jee! Zou dat wel op tijd goed komen? Er werd hard op de deur gebonsd. Tot hun opluchting stonden daar zakken vol met cadeaus. En wie kwam daar ook aangeschuifeld? Neee… Sinterklaas zelf! De mond van de kinderen viel open.
Toen Sint binnen op zijn zetel zat, was G. stilletjes. Ze gaf hem een handje. Ze gaf antwoord op alle vragen uit het Grote Boek. Ze zongen een liedje. Sint bleek best een lieve oude man. Maar G. keek alsof er iets niet klopte. Waar kende ze die stem van?
De Sint vertrok, en even laten kwam opa terug van boodschappen doen. ‘Opa, je heb Sinterklaas gemist!’, riep M. Zijn zus zweeg. ’s Avonds vroeg ze aan haar moeder: ‘Sinterklaas hè, was dat eh…’ Ze maakte haar zin niet af. Dat kón ze gewoon niet. Zoiets raars weigerde ze te geloven. Misschien zouden mama en opa het niet leuk vinden als ze dit zei. Misschien kwam Sinterklaas dan wel nooit meer. Háár schuld.
Het was even hartverscheurend als fascinerend wat er in die paar seconden plaatsvond, alsof er ineens kortsluiting was in haar kleuterbrein. Razendsnelle afwegingen, waarbij angst, verstand en belangen om voorrang strijden. Wat leert een kind ontzettend veel op zo’n moment.
Kinderen houden ook het meest van speelgoed waarvan ze iets leren, dat merkte ik ook weer eens. Al het speelgoed dat met zenders werd aangedreven, op batterijen liep en/of een hemeltergend geluid maakte, lieten ze na twee keer proberen links liggen. Uren waren ze in de weer met nieuwe legoblokjes, tekenden ze met verse viltstiften en lazen we de nieuwe boeken.
Maar de favoriet blijft schilderen, met dikke klodderige verf. Twee uur waren ze ermee zoet, zelfs die van twee. Meer dan af en toe een bekertje water verschonen, verse verf op een bordje knijpen en vellen papier aanreiken hoefde ik niet te doen. Ze werkten met overgave, het ene na het andere prachtwerk kwam tevoorschijn.
Zou dit nu zelfsturend leren zijn?, vroeg ik me af. Heel erg ontwikkelingsgericht? Gelukkig ben ik tegenwoordig oma, geen onderwijsvernieuwer. Veel onderwijsideologieën hebben in mijn ogen de trekken van een geloof. Ik geef me pas gewonnen als ik feitelijke onderbouwing zie. Maar dat kinderen, álle kinderen, barsten van de zin om te onderzoeken, te experimenteren en te leren, dat weet ik wel zeker.

Aleid Truijens